Mijn droomreis naar Bali

 

dream-beach

Al jaren droomde ik ervan om een keer naar Indonesië te gaan. Om de mooie golven daar te surfen, van de eilanden te genieten en om te kijken waar mijn moeder vroeger gewoond heeft. Dat laatste is me niet gelukt, want New Guinea lag toch wat verder weg. Maar ik ben wel drie weken naar Bali gegaan om daar te surfen.


Denpasar, Seminyak

Denpasar is naar mijn mening gewoon een drukke stad met veel te veel auto’s en brommertjes. Op de weg gaan die scooters en auto’s kris kras door elkaar heen en het is een gekkenhuis. Wat wel erg relaxt was, was ons hotel. Voor bijna niets sliepen we in een 4 sterren hotel met een luxe zwembad, een lekker bed (met airco) en een prima ontbijt. Even bijkomen van de jetlag en ontspannen. Onze eerste surfsessie op Seminyak was echter megachill. Het was niet groot of zo, maar het was wel erg fijn om in mijn bikini in warm water te surfen! Ook voor Hilde was het een prima plek om te leren surfen.


Canggu

Na Denpasar zijn we afgereisd naar Canggu, waar we een week verbleven bij het Solid Surfhouse (www.solidsurfhouse.com). Ik kende één van de eigenaren al uit Marokko (Jordy Robers) en ook zijn partner Berryl Spronk was erg aardig. Het ontbijt ’s ochtends met een hoop fruit (Dragonfruit, mango, watermeloen, enz) was geweldig en ook de rest van het verblijf zag er prima uit. Airco, zwembad en een huur van een scooter. Wat meer heb je nodig op Bali? Op nog geen vijf minuten rijden liggen de surfspots als Batu Bolong (Tugu en Old Man) en Echo beach. Voor Old Man moet je wel zo’n 500 meter de zee in peddelen, maar als het wat hoogte heeft, dan zijn daar echt leuke golven. Ik heb een paar mooie ritjes gemaakt en die zijn zelfs vastgelegd door een professionele fotograaf (Bruno Smith). In het begin was ik wel een beetje zenuwachtig, maar uiteindelijk lukte het me wel om een paar goede golven te pakken.

Een strandje verderop ligt Echobeach. Voor de restaurantjes ligt een mooie rif, dat met een mooie swell een snelle linkshander produceert. Erg leuk om te surfen alleen het is wel slim om daar vroeg te heen gaan. En met vroeg, bedoel ik 5 uur ’s ochtends! Eén, twee uur later is het daar namelijk al superdruk met groms, toeristen en locals, die allemaal dezelfde golf willen surfen. Met een goede swell kun je daar echter mooie barrels surfen en als het wat kleiner is, dan is daar altijd wel een golf te pakken. Aan de rechterkant van het strand ligt nog zo’n rif waar een rechtshander op loopt. Fun, fun en ook wel pittig.


Nusa lembongan

Met Solid Surfhouse zijn we een dag naar het eiland Nusa Lembongan geweest. Wat een bounty eiland is dat! Witte strand, palmbomen en helder blauw water. Met een bootje zijn we langs de kust gevaren om ergens langs de kust te gaan snorkelen. We zagen daar vissen in alle kleuren en ook het koraal liggen. Joost Endlich, een vriend die op Bali woont, had me geadviseerd om nog een dagje langer te blijven op dat eiland en dat heb ik gedaan. Lunchen op Dreambeach (geweldig uitzicht op een prachtige baai), surfen op Shipwrecks (fun, fun) en gewoon lekker met een scooter het eiland over crossen. Bij Puri Nusa had ik op advies van Joost een hotel gevonden met uitzicht op het strand en de break Shipwrecks. Dit is het Bali waar je van droomt. En lekker rustig. Heerlijk om daar te chillen en te ontspannen. Geen deadlines, geen drukke wegen, gewoon chill!


 Balian

Na zo’n 8 dagen in Canggu te zijn geweest (dat aan het veranderen is een hip surfdorp met veel feestjes, Australiërs en Europeanen), wilde ik het echte Bali graag zien. Weg uit de drukte en wat meer de jungle in. Balian is daar geschikt voor. Het is een prachtige, groene baai waar de rivier de zee in stroomt. Ik kreeg de kans om in de luxe villa (Balian Beach Villa via www.villabalian.com) te verblijven. Wat een prachtig huis is dat zeg! Met een groot zwembad in de tuin, een slaapkamer met een hemelbed dat uitkijkt op zee (de surfbreak Balian) en een grote homecinema hebben we ons daar goed vermaakt. Ben, een vriend van mij uit Scheef is ook daar heen gekomen en ook Matt, een Australiër kwam daar heen om lekker te chillen. Naast het surfen hebben we vooral 2 dagen lang in het zwembad gelegen en gechilled. Erg fijn!

De golf daar schijnt ook geweldig te zijn, maar ik heb hem niet zo goed zien lopen. Verder schijnen daar wat haaien rond te zwemmen als het water van de rivier de zee in stroomt (en bruin is), en dat leek me ook niet zo fijn. Om de golven toch te groot waren op Balian, zijn we naar Medewi gereden. Met mijn nieuwe surfboard van Redz heb ik me daar prima vermaakt! Wat een fijne golfjes daar zeg. Top!!


 Uluwatu

En dan besluit je om je laatste twee dagen op de mooiste spot van het hele eiland te spenderen. Uluwatu, de wereldberoemde surfspot op het Bukit Peninsula. Wat een gave plek is dat, hé. De foto’s spreken voor zich. Wat een mooie golf. Als ik de volgende keer nog een keer naar Bali ga, dan begin ik daar!

 

Professionele surflessen in Cornwall

newquay 007

Het gebeurt je niet elke dag dat een Australische surfer van de WQS je uitnodigt om langs te komen in Cornwall om daar te surfen, wat coaching te volgen en een verhaal te maken. Afgelopen juni ging ik langs bij de Australische Brit Micah Lester in het Engelse surf dorp New Quay. Naast zijn gave surfmoves gaf de oud-bondscoach van Groot-Brittannië mij een hoop tips en vertelde hij over zijn eigen surfcarrière.

Surfles van een prof

Om zeven uur ‘s ochtends staan Micah Lester en ik al op het strand van Fistral. Het miezert zachtjes en het is koud. Brr! De zomer heeft Engeland nog niet echt gevonden. Toch maakt die kou me geen donder uit. Ik ga vandaag les krijgen van een professionele surfer die vorig jaar met een diepe barrel nog een tien haalde tijdens de O’Neill Cold Water Classic in het Schotse Thurso.

Ik vind het super spannend. Als sportjournaliste sta ik meestal aan de zijlijn te kijken hoe de surfers en snowboarders hun moves maken en nu word ik op de video gezet! Micah Lester, die Australische profsurfer, gaat kijken hoe ik surf. De wereld staat op z’n kop!

Zo’n trainingssessie is best intensief. Ik peddel me helemaal suf en probeer zoveel mogelijk golven te pakken. Ik wil geen flater slaan! ,,Je moet harder op de golven in peddelen,” legt Micah me uit. ,,Dan maak je op deze slappe golven meer snelheid.’’ Het surfen ging best lekker Ik maakte toch een paar mooie bochten. ,,Heb je jezelf wel eens op video zien surfen?” vraagt mijn leraar. ,,Eh, nee.” Zo, dat is schrikken. Voor mijn gevoel surf ik wel aardig, maar als je dan die beelden bekijkt. Ik sta loodrecht op de plank. En die bochten; dat zijn nauwelijks bochten te noemen.

Maar mijn coach blijft positief. ,,Je moet niet te kritisch zijn,’’ zegt hij. ,,Die golven waren niet zo goed; Het was moeilijk om na de take-off meer moves te maken. Jij hebt je toch vol ingezet?.’’


Meer snelheid op de golven

Omdat ik surfles geef, heb ik wel een beeld van hoe je op je board moet staan. Maar het advies van een prof gaat veel verder. Ik vraag hem hoe ik meer snelheid kan maken op de golf en hoe ik mijn bottom- en topturns kan verbeteren. Na het analyseren van de videobeelden geeft hij een aantal zinvolle tips.

De eerste tip die hij geeft is om harder op de golven in te peddelen. Zeker bij slappe (Hollandse) golven moet je als surfer zelf veel snelheid maken. ,,Kijk, zo pak je veel meer golven,’’ zegt Micah enthousiast na het zien van het tweede filmpje. ,,Je pop-up is ook beter. Die hapering is eruit. Dit is echt veel beter dan de eerste dag.’’

Heerlijk, zo’n profsurfer die enthousiast is over mijn surfen. Maar zelf blijf ik kritisch. En toch zie ook ik verschil. Ik maak inderdaad meer snelheid en ik sta na mijn take-off in één keer op mijn voeten.

Het is superleuk om met die tips te oefenen. Je ligt heel anders in zee. Ik hoor mezelf de aanwijzingen van Micah herhalen. Kom op, Tas. Meer door je knieën. Hup hup, harder peddelen. Het is wel lastig om alles meteen goed te doen. Die golven veranderen ook steeds weer! Fistral is geen perfecte reefbreak, waar de golven netjes in sets binnenrollen. Neuh, op deze beachbreak moet je de golven zelf vinden.

Oké, we gaan verder. Hoe maak je dan een goede bottomturn? Bij slappe golven ben ik na mijn take-off vaak klaar, terwijl andere jongens nog allerlei mooie moves maken. Hoe doen ze dat toch?

,,Je positie op je board is belangrijk,’’ zegt hij. ,,Als je meer snelheid wilt maken, dan moet je bij je bottom turn meer door je knieën gaan. Kijk eens naar dit filmpje van Joel Parkinson.’’ Moet ik mezelf nou met Joel Parkinson gaan vergelijken? ,, Joel gaat bij zijn bottom turn diep door zijn knieën om meer snelheid te maken. Dan kantelt zijn board en surft hij meer op zijn rail.’’

LOW- TOUCH- HOLD- LOOK- PUSH

De golven van Fistral blijven slap, maar met de tips van Micah vliegt mijn surfen vooruit. Na een snelle take-off sta ik gelijk op twee voeten en vlieg ik over de golven. Oh, ik word hier zo enthousiast van! Van nu af aan wil ik alleen nog maar surfen! Werk, familie, vrienden.. Wat was dat ook alweer? Mijn gedachtes dwalen af, maar mijn coach gaat door. Hij wil dat ik het echt begrijp. ,,Goed, Natasha. Ik maak het zo simpel mogelijk. Uiteindelijk komt een goede bottom-turn op je frontside neer op vijf woorden:

LOW (laag door je knieën, dan maak je snelheid op je rail)

TOUCH (leun naar voren en probeer het water met je achterste hand aan te raken)

HOLD (een paar seconden vasthouden)

LOOK (kijk waar je heen gaat.. in dit geval naar de lip van de golf toe)

PUSH (als je voldoende snelheid hebt, dan zet je af met je achterste voet, om de weg naar boven in te zetten).

We staan in een klein barretje op het strand van Fistral. Micah gaat in de ‘surfhouding’ staan en laat in de bar zien hoe hij een goede bottom-turn maakt. Ik ga ernaast staan en ik maak dezelfde beweging. Juist, laag door de knieën, het water aantikken, naar de lip toe kijken en dan afzetten. Na een tijdje heb ik het door… En nu nog in het water laten zien, hè. Poeh, poeh. Het leven van een amateur gaat niet over rozen.

Micah gaat nog een stapje verder. Het filmpje van Joel Parkinson komt weer tevoorschijn. Kijk, wat hij met zijn armen doet. Parkinson bepaalt met zijn achterste arme het ritme, waarmee hij zijn bewegingen op de golf inzet. Bij het inzetten van zijn bottom-turn is zijn arm laag, en als hij zich afzet om naar boven te gaan, dan zwaait hij zijn arm naar achter.

Dit is wel heel specifiek. Help!, denk ik en ik geef mijn coach een wanhopige blik. ,,Het is misschien raar om het zo na te bootsen. Maar ik weet zeker, dat jij het met wat betere golven kan. Ik geef je nu zoveel mogelijk informatie, zodat je mooi kunt oefenen.’’

Backside bottom turn

De backside bottom turn is vergelijkbaar met de frontside. Ook nu moet je weer laag door je knieën (snelheid!), en kijken waar je heen gaat. Doordat je over je schouder down de line kijkt, surf je zo op je rail. Daarna zet je met je achterste voet af om de weg richting de lip in te zetten. En als je die lip dan bijna bereikt, dan kijk je alweer verder (naar beneden, LOOK AWAY in Micah’s termen) om je bottom turn in te zetten.

Goed, dit begrijp ik wel. Nu moet ik het in de praktijk gaan uitvoeren! In mijn fantasie zie ik mezelf al over die golven vliegen, maar in het echt gaat het iets lastiger. Soms lukt het aardig. Maar op andere momenten bak ik er helemaal niks van. Ik denk dat iedereen dit bekend in de oren klinkt.

Mijn laatste avond in Newquay gebruik ik uiteraard om te surfen. Door al die tips ben ik dolenthousiast; ik kan niet wachten om mijn surfen te verbeteren. ,,Als jij dit leert, dan ben je straks beter dan de jongens van je lokale break,’’ zegt mijn coach. ,,De meeste surfers weten namelijk niet hoe ze een goede bottom turn moeten maken. Maar jij weet dat nu wel. Ik ben benieuwd wat je met deze tips gaat doen!’’

Deze ervaring met Micah Lester als coach was erg gaaf. Het gebeurt je niet elke dag dat een profsurfer staat te kijken, hoe hij jouw surfen kan verbeteren. Een beetje coaching kan ik iedereen aanraden. Zo vergroot je ook je plezier in het surfen!

Biarritz, San Sebastián. Het Baskische surfparadijs!

Grande Plage

Bloedige aanslagen en de strijd om onafhankelijkheid, dat is waar de meeste mensen het Baskenland van kennen. Ten onrechte. Natasha Smit komt al vijftien jaar in de regio die bol staat van natuur en cultuur. Een reis langs landschappelijke parels, zomerse festivals en het Mediterrane surfmekka.

San Sebastián

Met het zand tussen mijn tenen loop ik vanaf het strand zo de historische Baskische binnenstad van San Sebastián in. Terwijl de Spaanse jongens op het strand met een voetbal lopen te dollen en een surfer de hoge golven van la Playa de Zurriola aan flarden ript, besluit ik om lekker een terrasje te pakken en een koud biertje, een zurito, te bestellen. De hoofdstad van de Baskische provincie Gipuzkoa ligt aan het water van de Golf van Biskaje.

De combinatie van zon, zee en strand, het historisch centrum én de vermaarde verfijnde keuken maakt San Sebastián tot een heerlijke stad om een paar dagen in te vertoeven. Zo krioelt het hier van de authentieke barretjes waar je de lekkerste pincho’s van de hele regio kunt krijgen. Deze kleine tapas zijn ware kunstwerkjes; de naam pincho ontlenen ze aan het Spaanse ‘spijker’ omdat deze mooie hapjes vaak met een tandenstoker bijeen worden gehouden. Likkebaardend bestel ik een paar lokale lekkernijen: stukjes stokbrood met zalm en ei, met ansjovis  en paprika en pikante tortilla. Als ik mijn versnaperingen op heb, geef ik een muntje aan de straatmuzikant en loopt ik verder door de kronkelende straatjes van La Parte Vieja.


Onafhankelijkheid

Het Baskenland of el País Vasco heeft haar imago niet mee. De strijd Voor onafhankelijkheid die sommige Baskische groepen als ETA de afgelopen decennia voerden, zorgt voor het negatieve beeld van rare mensen in het noorden van Spanje die zo graag een eigen land willen en geen middel schuwen om dit te bereiken. De regio die zowel in Spaans als Frans grondgebied valt, werd gekenmerkt door aanslagen, onrust en geweld. Hoewel ETA haar wapens inmiddels definitief heeft ingeruild voor een dialoog met de Spaanse en Franse overheid, speelt het gevecht van de Basken voor een eigen, onafhankelijk land – Euskal Herria – ook vandaag de dag nog een rol in de Baskische provincies van Noord-Spanje en Zuid-Frankrijk.

Guethary

Toch willen niet alle Basken een eigen land en schuwt het merendeel van de bevolking het gebruik van geweld. De Spaanse Basken zijn wel wat fanatieker dan hun Franse buren: zij zijn de dictatuur van Franco, die de Basken onderdrukte, nog niet vergeten.

Maar voor de meeste mensen gaat het vooral om het voortbestaan van de Baskische taal en cultuur. En die ken ik inmiddels aardig goed. Al sinds mijn vijftiende reis ik elk jaar naar Baskenland om mij een paar maanden of weken onder te dompelen in de bijzondere lokale cultuur, gewoonten en de schilderachtige omgeving. Dit groene stukje land, dat verdeeld is over Frankrijk en Spanje, is een bezoek meer dan waard. De natuur, met uitlopers van de Pyreneeën die eindigen in zee, is er woest, de tuinen en parken prachtig, en achter elke baai schuilt een onverwacht pittoresk dorpje.

Ik ben verliefd op de groene bergen, de woeste golven en de schattige, kitscherige dorpjes waar ze van die witte huizen hebben met rode deuren. In tegenstelling tot de deftige Fransen uit de dure wijnstreken van Bordeaux of de snobistische Parijzenaren zijn de meeste Basken in het Franse Biarritz of het Spaanse San Sebastián gastvrij. Ze laten je met liefde kennismaken met hun gastronomie, die bekend staat als een van de beste ter wereld en die zowel traditioneel als vernieuwend is, en nodigen je uit voor de vele feesten die op de dorpspleinen plaatsvinden.


Film, vuurwerk en muziek

Zomers is San Sebastián één grote gezellige boel. Marktkooplui verkopen hun waren, opa’s en oma’s zitten rustig op bankjes toe te kijken en jonge moeders, toeristen en jongeren doen hun inkopen op de marktpleinen. In augustus wordt het druk: het San Sebastián Film Festival trekt veel bezoekers; evenals la Semana Grande, de ‘Grote Week’. Dan schieten groepen mensen uit de hele wereld miljoenen euro’s aan vuurwerk de lucht in om de mooiste vuurwerkshows boven la Bahía de La Concha te laten zien. Met een wijntje erbij geniet ik vanaf mijn badhanddoek op het strand van het meest indrukwekkende vuurwerk dat ik ooit gezien heb.

Dat San Sebastián op cultureel vlak veel te bieden heeft, blijkt wel uit het feit dat de Baskische stad in 2016 de culturele hoofdstad van Europa zal zijn. Muziek, film en culinaire evenementen zijn er volop, vooral tijdens de zomer. Geen zin in al die drukke heisa? Maak dan een klim naar de top van el Monte Urgell, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over la Bahía de La Concha en waar je de ruïne van het Castillo de Santa Cruz de la Mota kunt bekijken. Maar ook de wilde natuur langs de rest van de Noord-Spaanse kust biedt ruimte voor het maken van wandel- of fi etstochten met imposante tochten en vergezichten.

Of zoek het een stukje hogerop, en bezoek het populaire muziekfestival Euskal Herria Zuzenean, dat begin juli plaatsvindt in het dorpje Helette in de Franse Pyreneeën. Drie dagen lang komen er allerlei dans, toneel en muziekgroepen op vijf verschillende podia optreden. Op vrijdagavond spelen bekende bands zoals Manu Chao en Emir Kustirica en zaterdag krijgen kleinere bandjes uit de omgeving een kans. In tegenstelling tot de meeste muzikale events heeft dit festival geen commercieel karakter; de organisatie is in handen van vijfhonderd vrijwilligers. Het festival is vooral opgezet om de Baskische cultuur en muziek te promoten. Als je echt een goed beeld wilt krijgen van hoe de Basken hun cultuur beleven dan is dit festival een must. Hier krijg je namelijk de kans om op zondagmiddag met de lokale families te lunchen en op zaterdagavond op de camping traditionele Baskische liedjes te zingen…


Trotse sporters

Vraag een Bask over zijn land, dan vertelt hij je vol vuur over het Baskisch, zijn geliefde taal, de mooie natuur en de muziek. Of hij verhaalt trots over zijn prestaties in de typisch Baskische sport Eusko Pilota. In dit spel, Pelote Basque in Frans, werp je met de blote hand, een racket, een houten batje of een basket een bal tegen de muur. Je kunt het vergelijken met ons Friese kaatsbalspel. Meestal gaat een wedstrijd tussen twee teams van twee personen die tegen elkaar strijden. Het Baskische pelottespel wordt vooral in het Baskenland gespeeld en is ook in opkomst in Latijns-Amerikaanse landen als Argentinië, Chili en Uruguay.

En er is nóg een ‘typisch’ Baskische sport, al ligt die minder voor de hand.In het Zuid-Franse Biarritz – dat ook ligt in le Pays Basque – leerde ik de woeste golven van de Golf van Biskaje te trotseren. Als meisje van vijftien jaar leerde ik Frans op de Alliance Française en ontmoette ik op Grand Plage mensen van over de hele globe. Een totaal nieuwe wereld vergeleken met het oh zo bekende Amsterdam opende zich voor mijn ogen: het surfen!

Grande Plage


Surfmekka

Er gaat geen zomer voorbij zonder dat ik op zijn minst een paar weken in dit surfmekka van Europa te vinden ben. En ik ben niet de enige: in de zomermaanden rijdt er over de pier van Côte Basque in Biarritz een scala aan oude Volkswagen-busjes. Een opaatje loopt er met zijn longboard, zo’n grote plank, langs het water, terwijl stoere jochies van zestien ‘rippen’ op de hoge golven. Heel surfend Baskenland ontmoet elkaar aan het eind van de middag op de trappen van Côte Basque of bij het barretje Les 100 Marches. Van hieruit heb je een prachtig panorama over de hele baai.

Dit is de reden dat ik hier elk jaar weer terugkeer. Ik geniet van het geluid van de golven, de gebruinde Franse surfers en de warme zon, die bijna dagelijks schijnt. Het torentje op de klif doet denken aan vroegere hoogtijdagen; toen Biarritz nog een dure badplaats was voor mensen van aanzien zoals Napoleon. Inmiddels zijn die tijden van weleer een beetje verdwenen. Biarritz is niet meer zo posh als vroeger, maar voor mij maakt het geen donder uit. Ik word elke keer weer blij als ik mij op een terrasje neer vlei voor het Casino of in dat gezellige, drukke winkelstraatje Rue Gambetta. Met een salade en een koud glas wijn geniet ik van de voorbijtrekkende surfers en shoppers. Biarritz is voor mij vakantie; de plek waar ik tussen de golven en het strand mijn rust vind. Santé!