Berichten

Out of your comfortzone..

Kim Goed (30) vertelt hoe ze haar grenzen overwint in het surfen…

 

Het is toch best gek om je als dertiger weer zo te voelen alsof je als 14-jarige met je glanzende, kersverse buitenboordbeugel het nieuwe schooljaar moet beginnen.

Sinds een jaar of twee probeer ik niet alleen de bergen te bedwingen met een board maar ook de zee. Vooralsnog ben ik altijd in het gezelschap geweest van minimaal een ander persoon als ik de onvoorspelbare schuimkragen van de Noordzee tegemoet spring. Telkens wanneer ik de zee in stap met een board onder mijn arm, voel ik vlinders in mijn buik. Een combinatie van opwinding en lichte spanning. Vandaag hebben die lieflijke vlinders plaatsgemaakt voor een wat grovere variant van het fladderende assortiment der dierenrijk.

Ik ben vandaag alleen. Niemand om de zware taak van het aantrekken van een wetsuit mee te delen, niemand om de eerste koude waterstoom te trotseren en niemand om de (wat voor mij nog een eeuwigheid lijkt te duren) peddelexcursie richting de tweede of derde bank mee af te leggen. Daar sta ik dan met mijn metaforische buitenboordbeugel.

Ik zie gelukkig andere surfers in de zee dobberen. Gelukkig ben ik niet helemaal alleen in die grote zee. Ik neem een diepe zucht, doe wat rek en strekoefeningen in ga vol goede moed in mijn eentje de zee in. Ik peddel daar waar de andere surfers ongeveer liggen, dat zal wel een goede plek zijn. Ik ben nog niet dusdanig bedreven dat ik goed kan inschatten waar ik precies de beste golven kan pakken. Vlak voor mijn neus pakt een jongen een goede golf, en oh nee, hij kan goed surfen zeg! Even ben ik bang dat ik stiekem in de weg lig, oeps. ‘He Kim! Wat gezellig dat je ook even lekker komt surfen!’, Hoor ik iemand zeggen.

De goed getrainde surfjongen die net zo mooi de golf pakte is een van de drie die in het water liggen; de jongens van de surfschool. Ik krijg nog een paar tips hier en daar, pak zelf een paar golven en wordt meteen gevraagd of ik de volgende keer ook weer mee de zee induik. Euforisch! Alsof niemand mijn buitenboordbeugel had opgemerkt. The magic does happen when you step out of your comfort zone.

De volgende keer dat ik alleen met mijn surfplank onder mijn arm sta, weet ik dat ik ook in mijn eentje die golven kan trotseren, weet ik dat niemand mijn handje hoeft vast te houden als ik de zoveelste whipe-out krijg. De volgende keer weet ik dat ik toch weer met open armen wordt ontvangen door de andere surfers. De volgende keer sta ik mijn een smile van oor tot oor op het schoolplein, ondanks mijn buitenboordbeugel.

Kim Goed is een 30-jarige surfster uit Haarlem. Ze heeft taal en communicatie gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en heeft een grote passie voor surfen en snowboarden. 

 

Ga nu mee op surfsafari naar Portugal!

Van Aruba naar de koude Noordzee

Jason Peterson (28) groeide op Aruba op en leerde in dat warme en heldere water daar surfen. Inmiddels woont hij alweer vier jaar in Nederland en trotseert ook de koude Noordzee. Hij surft vooral voor zichzelf en zijn eigen fun. Maak nu kennis met deze Arubaan en lees zijn verhaal!

Jason, je bent in Oranjestad geboren. Hoe is het om daar te surfen?

,,Yes, daar ben ik geboren en opgegroeid. Ik ben pas om mijn achttiende met surfen begonnen. Daarvoor deed ik vooral aan bodyboarden en skimboarden. Het was niet gemakkelijk om op Aruba te leren surfen, omdat wij nog geen surfscholen hadden daar. De lokale surfshop had een paar gratis surflessen georganiseerd en zo begon voor mij het surfen. Na de eerste les was ik meteen hooked en kocht ik een maand later mijn eerste board.

Je kunt op Aruba goed surfen. Aan de noordkant van het eiland heb je het hele jaar door golven met wel veel aanlandige wind. Er zijn wel veel verschillende spots, waarbij de baaien je wat beschermen tegen de wind. Op de noordkust ben je vaak de enige in het water. Het is daar lang niet zo druk als in Nederland. Dat lijkt chill, maar als de spot er eng uit ziet, dan is het wel prettig om wat meer mensen in het water hebben.

Bij een sterke swell uit het Noorden werken de meeste spots aan de zuidkant van het eiland wel. Daar is het bijna altijd offshore, dus dan zij erg mooie en cleane golven. Als dat gebeurt, gaat iedereen het water in en kunnen sommige spots best druk zijn.’’

Hoe oud was je toen je naar Nederland kwam?

,,Op mijn vierentwintigste kwam ik naar Nederland. Ik had net mijn opleiding in Aruba afgerond en wilde in Nederland verder studeren. Na 24 jaar op een eiland te hebben gewoond, wilde ik wel wat meer van de wereld zien.’’

Was dat niet een grote verandering om in Nederland te wonen?

,,Ja, dat was zeker een grote overstap, Ik had al mijn familie achter gelaten en die mis ik wel. Ik probeer zo vaak mogelijk terug te gaan, maar dat gaat niet altijd zo makkelijk. Ik had al wat vrienden in Nederland, dus dat was wel fijn. Voordat ik ging verhuizen had ik ook wat tijd om alles te verwerken en mijzelf mentaal een beetje klaar te maken, dus de overstap ging best soepel.

Op dat moment veranderde er wel zoveel in mijn leven, dat ik even gestopt ben met surfen. Ik had mijn board in Aruba achter gelaten en ging alleen surfen als ik op vakantie was. Ik had nog nooit met een surfpak aan gesurft, dus dat surfen in Nederland vond ik maar gek. Ik voelde me zwaar en minder mobiel. Op Aruba surfte ik altijd in mijn boardshorts en had ik alleen een shirt aan tegen de zon. De Noordzee is ook een stuk kouder dan ik gewend was. Een goed surfpak en een paar mooie golven maken echter een hoop goed.’’

Surf je vaak in Nederland?

,,Ja de afgelopen twee jaar surf ik weer regelmatig in Nederland. Meestal op Scheveningen en soms ga ik op surftrip naar Zuid-Frankrijk. Als er golven zijn, probeer ik altijd te gaan. Ik vind het ook leuk om andere spots uit te proberen, maar dat is niet altijd even gemakkelijk als je geen vervoer hebt. In de winter surf ik wel wat minder en ben ik meer actief met snowboarden. Dan ga ik ook graag naar de bergen voor een wintersportvakantie.’’

Als wat voor surfer zou jij jezelf omschrijven?

,,Ik surf voor mezelf. Ik probeer zoveel mogelijk lol te hebben. Vrij surfen is fijn, maar in de toekomst wil ik misschien ook met een paar wedstrijden meedoen.’’

Wat voor rol speelt het surfen in jouw leven?

,,Ik vond surfen altijd leuk, en het is iets wat ik al vanaf kleins af wilde doen. Het is een sport  die ik heel leuk vind om te doen voor mijzelf, en ik hoef niet te presteren voor iemand, maar ik wil zelf beter worden.

Ik voel mij altijd beter als ik een goede sessie heb gehad. Surfen geeft mij een speciaal gevoel en dat maakt het ook verslavend. Ik kijk altijd uit naar het volgende sessie en hoop dat de golven goed zijn.’’

Wat is de mooiste plek waar je ooit gesurft hebt?

,,De mooiste plek waar ik gesurft heb is de reefbreak, Urirama, op Aruba. In september was daar die orkaan en toch hadden wij een mooie dag daar met weinig wind en goede golven. Het water was lekker warm en erg helder. In die cleane head high golven hebben ons goed kunnen vermaken!  Er waren meer dan genoeg golven, en iedereen kwam aan de beurt. Dit ging nog 3 dagen door..

Waar droom je nog van?

,,Ik wil nog een keer naar Fiji, de Mentawaï en Australië. Naar een paar van die super mooie surf spots  waar je altijd foto’s of videos van ziet met helder water en mooie golven. Dat zou geweldig zijn.’’

Hoe ziet jouw ultieme surftrip eruit?

,,Mijn ultieme surf trip is een boot trip de naar Mentawaï en dan surfen tot mijn armen niet meer kunnen. Ik ben echter ook blij als ik kan surfen met een paar vrienden en goede golven. Als er niet zoveel mensen in het water liggen en de sfeer goed is.’’

 

 

Dominga Valdès: een surfende nomade

Dat topsurfster Dominga Valdès een aardige bottom turn kan maken, dat is wel bekend. Maar de meeste mensen weten niet, dat Valdès een hele andere, meer exotische achtergrond heeft dan haar surfmaatjes uit Scheveningen. Zo reisde ze als jong meisje met haar Chileense vader en Nederlandse moeder de hele wereld over. Ze woonde op haar achtste een jaar in Bali en ze leerde surfen in de grote bakken van Chili en Peru. ,,Ik ben gewend om te reizen,” zegt ze. ,,Ik vind het leuk om naar nieuwe plekken te trekken.”

DE NOORDZEE

De Chileense Dominga Valdès (23) woont inmiddels alweer vijf jaar in Nederland. Voor een meisje dat haar halve leven in Zuid-Amerika woonde, is ze aardig geïntegreerd. Ze spreekt vloeiend Nederlands, eet rustig een patatje oorlog en ze duikt ‘s winters de koude Noordzee in. ,,De eerste maanden moest ik hier echt wennen,” bekent ze. ,,In Peru surfte ik alleen maar in bikini. Voor ons huis in Mancora (Noord-Peru) liep een prachtige linkse pointbreak, waar mijn broertje en ik bijna dagelijks op surften. Op Scheveningen liggen we gewoon dik bepakt te wachten op heuphoge rommelgolven. In het begin vond ik dat surfen in Nederlands drie keer niks. Maar de grap is, je went eraan. Nu kan ik van een mooie surfsessie op Scheveningen intens genieten.”

Bij haar aankomst in Nederland werd Dominga Valdès meteen in het diepe gegooid. Ze deed mee aan de Nederlandse Kampioenschappen, die in april op het strand van Scheveningen werden gehouden. ,,Ik wist niet wat ik zag, joh. Er blies een harde zuidwesterstorm over het strand. Zo’n harde wind, waarbij je je board bijna weg waait. Daar stond ik dan als Chileens meisje, met al mijn ervaring in de warme golven van Peru. Martine (Geijsels) heeft toen een surfpak voor me geregeld. Met al dat rubber aan heb ik er in die wedstrijd weinig van gebakken.”

Dominga Valdès is inmiddels al niet meer weg te denken uit de Nederlandse surfscène. De fanatieke surfster werd al een paar keer Nederlands kampioen en ze won laatst ook de eerste stop van de NK Surftour in het Franse Saint-Girons.  Ze heeft haar weg in de Noordzee aardig gevonden. En toch liggen haar wortels ergens anders: als klein meisje leerde ze surfen op de grote golven van Chili en Peru.

NOMADEN

,,Mijn ouders leefden vroeger een beetje zoals nomaden. We zijn met het gezin redelijk vaak verhuisd. Ik ben geboren op Ibiza; ik heb tot mijn twaalfde in Nederland gewoond (met een jaartje Bali ertussendoor); en daarna ben ik met mijn moeder en broertje naar Chili gegaan, waar mijn vader al woonde,” vertelt ze achteloos. ,,Als fervent natuurliefhebber wilde hij namelijk niet in Nederland wonen.”

Valdès, haar Chileense vader én fanatiek zeiler, nam zijn vrouw en kinderen mee op een tocht met zijn zeilboot langs de kust van Chili tot aan het noorden van Peru. Dominga had in de kajuit haar eigen kleine slaapkamer, maar verder het gezin vooral buiten. ,,Zo’n reis met een zeilboot klinkt heel cool. We hebben echt gave beesten gezien zoals walvissen, dolfijnen en zelfs haaien. Maar zeilen op de Pacific Ocean (die helemaal niet zo ‘pacific’ is!) kan ook heel heftig zijn. Als het stormde, dan voeren we echt tussen bergen van golven. Mijn moeder klipte ons vast aan de boot, zodat ze zeker wist dat we niet over boord werden geslingerd. Nee hoor, ik vond dat zeilen lang niet altijd leuk,” bekent ze. ,,Na drie weken zeilen op zee was ik altijd blij als ik weer land zag. Dan had ik weer vaste grond onder mijn voeten en dan kon ik even los van mijn ouders en broertje rond springen.”

De familie Valdès heeft één tot twee jaar langs de kust van Chili en Peru gevaren. Dominga weet niet eens meer hoe lang, zo lang is het al geleden. ,,Dat zeilen, dat was een passie van mijn vader. Hij vindt boten helemaal geweldig. Op het moment dat hij zijn zalmkwekerij in Chili kon verkopen, kocht hij gelijk een zeilboot. Toch konden we na een tijdje niet met verder zeilen. Toen wij een keer zomers bij mijn oma in Spanje zaten, zijn al onze spullen met ook alle zeilinstrumenten gejat. Mijn vader was er behoorlijk kapot van,” vertelt de surfster. ,,Maar daarna is het pas echt mis gegaan. Toen ze de boot uit het water probeerde te halen om hem op te knappen, hebben ze hem op een zandbank gereden. Het schip kapseisde, waardoor de kajuit vol water liep en bijna alles van binnen werd vernietigd.”

Bij het wegvallen van de boot was ook het ‘huis’ van de familie Valdès weg. Om Dominga en haar broertje toch een onderkomen te bieden, hebben haar ouders in het dichtstbijzijnde dorpje Mancora gauw een huisje gehuurd. Toen bleek dat de kinderen daar ook naar school konden, zijn de Valdèsjes daar gebleven.

GROTE BAKKEN IN CHILI EN PERU

,,Ik heb op mijn twaalfde in een klein Chileens dorpje, Iquique, leren surfen. Mijn broertje en ik waren ‘s ochtends tijdens ons huiswerk de minuten aan het aftellen, omdat weer zo gauw mogelijk naar de surfschool wilden. Het is best grappig; want ik surfte als klein meisje echt grote bakken. Ik was vroeger totaal niet bang, terwijl ik grote golven nu niet zo relaxt vind. Maar ook in Mancora konden we ons ei kwijt. Het is echt één van meest bekende surfspots in Peru, waar vele backpackers en ook mensen uit Lima naar toe trekken. Voor ons huis lag een linkse pointbreak, waarop mijn broertje en ik helemaal los gingen.”

Als je elke dag op zo’n linkse pointbreak mag oefenen, dan ga je snel vooruit. De kleine Dominga had het surfen gauw onder de knie. Ze won in Zuid-Amerika bij de jeugd veel wedstrijden en ze mocht op haar veertiende meedoen aan de wereldjeugdkampioenschappen in Huntington Beach, Californië. ,,Die wedstrijden waren geweldig. Ik leerde in twee weken tijd zoveel mensen uit andere landen kennen. Als ik nu ga reizen, dan ken ik overal mensen. De top van de jeugd was daar aanwezig. Topsurfers zoals Jeremy Flores en Stephanie Gilmore deden ook mee.’’

STUDEREN IN NEDERLAND

Inmiddels woont Valdès voor haar studie alweer vijf jaar in Den Haag. ,, Studeren in Peru is niet zo eenvoudig. De universiteiten zijn daar duur en hebben bovendien slechte faciliteiten. Ik zou dan naar Lima moeten verhuizen. Maar daar is het niet zo veilig.’’ Ze gaat liever in Nederland naar school.

Maar of ze altijd in Nederland wil blijven wonen, dat weet ze niet. Net zoals haar ouders houdt Dominga erg van reizen. ,,Ik vind het altijd leuk om nieuwe plekken te ontdekken. Als ik te lang op één plek zit, dan word ik onrustig. Dan wil ik weer weg.”

En hoe voelt ze zich dan, Nederlands, Chileens of Peruaans? Heeft de surfster wel een gevoel van thuis of identiteit? ,,Ik blijf een beetje een nomade. Ik voel me niet Nederlands, Peruaans of Chileens; ik ben een wereldburger. Als ik met mijn familie ben, dan denk en praat ik in het Spaans. Met mijn vriendje praat ik Nederlands en mijn opleiding is in het Engels. Mensen willen mij vaak in een hokje stoppen, maar dat kan niet. Ik kom overal vandaan.”

Aan sommige Nederlandse gewoontes moest ze wel wennen. Zo hebben de Nederlanders volgens haar altijd een volle agenda. ,,In het begin vond ik dat echt zo raar! In Mancora ga je gewoon even bij iemand langs, maar hier kunnen mensen pas over drie weken. Ook dat eten om stipt zes uur begreep ik aanvankelijk niet. Wij aten in Peru pas rond een uur of tien.”

SURFAMBITIES

De echte top van het surfen, die haalt Dominga Valdès niet meer. Een internationale carrière zoals haar Peruaanse vriendin en wereldkampioene Sofia Mulanovich zit er voor haar niet in. ,,Daarvoor ben ik te laat met surfen begonnen. Als je op je twaalfde met surfen begint, dan loop je gelijk een paar jaar achter. Om zo goed te worden zoals Sofia, moet je echt van goede huize komen. Dan moet je net zoals zij vanaf jongs af aan de hele wereld rond reizen en verschillende soorten golven rijden. Alleen als je leert omgaan met verschillende soorten beach, point en reefbreaks; dan heb je een kans om dat niveau te bereiken.”

Maar echt grote golven surfen, dat durft ze nog niet. ,,Ik weet niet waarom, maar ik ben bij grote bakken van drie meter plus echt een schijtluis. Als het een pointbreak dan durf ik wel, maar bij zo’n pittige Franse beach break, dan vind ik de golven soms te krachtig. Ik moet er niet aan denken dat zo’n muur van water op me valt,” zegt ze eerlijk. ,,En toch is het gek, want als klein meisje in chili surfte ik de grootste golven. Ik werd door de jongens meegenomen naar de ‘big spots’ en daar denderde ik gewoon vanaf. Volgens mij ga je als je ouder wordt soms teveel nadenken.”

En toch surft Dominga Valdès beter dan de meeste meiden uit Nederland. Door haar jarenlange ervaring op de linkse pointbreaks in Peru is ze ijzersterk op haar backhand. En zenuwachtig voor wedstrijden dat is ze niet. ,,Voor de wedstrijd heb ik geen last van zenuwen. Maar als ik tijdens de heat geen golven kan vinden, dan begint het wel te kriebelen. Ik kan namelijk niet tegen mijn verlies. Ik win dan ook liever mijn wedstrijden,’’ zegt ze lachend.’’

Dit verhaal werd in 2012 gepubliceerd in de Six. Het is geschreven door Natasha Smit, journaliste én de organisatrice van Tasha’s Surfcamp. Foto credits: O’Neill